In een van de oudste straatjes van Den Haag, de Molenstraat, staat op nummer 25 een pand dat opvalt door de ronde boog naast de winkelpui: de Koningspoort. Deze poort ligt precies tegenover het uiteinde van de Oude Molstraat. Eeuwen geleden leidde het weggetje achter de Koningspoort naar weilanden en hennepvelden, en nu voert het naar de achterkant van Paleis Noordeinde. Het doorkijkje heeft in de loop van de geschiedenis veel gedaanteverwisselingen ondergaan, maar tot op de dag van vandaag is het een van de meest schilderachtige plekken die hof en buurt in beeld brengen.
Stadspoort
De eerste eigenaar van het huis met de Koningspoort die in de archieven voorkomt, is riemslager Dirck Aertszoon. Hij kocht in 1403 twee panden aan wat toen het uiterste randje van de stad was, nu de Molenstraat. Vanaf 1550 is bekend dat tal van kleermakers hier hun nering hadden, zeker tot 1850. De huidige gevel met poort is naar verluidt de erfenis van Johannes Brueys. Hij kocht het pand in 1731 voor 3.100 gulden. In 1767 liet hij het huis ingrijpend verbouwen of vernieuwen en werd de Koningspoort aangebracht zoals we die nu kennen. Omdat Den Haag geen stadspoorten mocht bouwen, ging de Koningspoort die functie vervullen.
Gasthuispoort
De Koningspoort heette vroeger Gasthuispoort, naar het laantje naar de landerijen die eigendom waren van het Sint Nicolaas Gasthuis. Dit stond midden in de stad en verleende armenzorg. Deze Gasthuispoort was niet de enige in Den Haag: tegenwoordig is er nog steeds een andere Gasthuispoort tussen het Noordeinde en de Oude Molstraat.
Oude Hofpoort
De Koningspoort heeft ook Oude Hofpoort geheten. Die naam verwijst naar de hofstede achter de poort. Op de plaats daarvan liet de zeer vermogende rentmeester generaal Willem Goudt in 1533 een imposant huis met toren bouwen. Het straatje ging toen Willem Goudtslaan heten. Dit huis veranderde verschillende malen van eigenaar en werd uitgebreid tot paleis. In 1609 werd het geschonken aan de Oranjes. Frederik Hendrik liet erachter een grote tuin aanleggen, de Princessetuin, die ook via de Koningspoort bereikbaar was. Dit is de huidige Paleistuin. Omdat het land tot aan de singels door Frederik Hendrik was aangekocht, werd voor de uitbreiding van de stad uitgeweken naar de overkant van de gracht, waardoor er al vroeg bebouwing aan de overzijde van de Prinsessewal ontstond.
Koningspoort
Toen de Oranjes eenmaal eigenaar van het paleis waren, was het handig dat de achterkant ook toegankelijk was. Dan konden bewoners direct hun privévleugel bereiken. Zo kwam de Koningspoort uiteindelijk aan zijn naam. Ooit lag er achter de poort een open verbinding naar de Paleistuin, maar tegenwoordig staat er een hek. Daar doorheen is de achtergevel van Paleis Noordeinde te zien. Het vormde ook het achtergebied van de huizen langs Noordeinde en Molenstraat: die hadden hier een achtertoegang tot hun erven. In de 19e eeuw werd er zelfs een pakhuis gebouwd.
Eliza’s Vlucht
Het winkelpand rechts naast de poort heeft in al die eeuwen veel verschillende uitbaters gehad. Het was onder andere een zuivelhandel, een vleeswarenwinkel, een banketbakkerij en een slijterij. De winkelpui dateert van begin vorige eeuw. In 1939 werd er op de eerste etage een restaurant gevestigd met de opmerkelijke naam Eliza’s Vlucht. Eigenares Elisabeth Kalma had een goedlopend etablissement aan de Hooikade, maar nam volgens de overlevering de benen naar de Molenstraat vanwege de fascistische opvattingen van haar man. Na de oorlog keerde Elisabeth terug naar de Hooikade, maar Eliza’s Vlucht bleef nog jarenlang onder dezelfde naam bestaan.
Gerestaureerd
In de jaren tachtig was de Koningspoort dringend aan restauratie toe. Onno Ruding, die toen minister van Financiën was, metselde bij de voltooiing in 1989 een gevelsteen in de gevel. Hij had een speciale band met de Koningspoort: in de jaren zestig huurde hij er een kamer.