Marlow Moss - Een koffer vol schetsen

De schetsen uit de koffer zijn gemaakt na 1940 en vormen de basis voor verschillende reliëfs, sculpturen, schilderijen en tekeningen van Moss. Ze laten de veelzijdigheid van Moss als kunstenaar zien: wiskundig berekende composities, organisch gevormde waterverftekeningen en voorstudies voor potloodtekeningen zijn te zien.

In het hart van haar tijd

In de jaren 1930 bevond Moss zich in het hart van de artistieke kringen en stond in nauw contact met andere kunstenaars. In de presentatie zijn dan ook enkele werken van tijdgenoten te zien: bevriende kunstenaar Jean Gorin had een vergelijkbare wiskundige benadering in zijn werk. Ook Piet Mondriaan was een belangrijk contact. Moss was een bewonderaar van Mondriaan en andersom wordt Mondriaans gebruik van de dubbele lijn in verband gebracht met haar introductie van dit stijlmiddel.

Bijzondere levensloop

Moss wordt in 1889 geboren in Londen als Marjorie Jewel Moss. Nadat ze aan kunstacademies in Londen studeert, vertrekt ze in 1919 naar Cornwall om zich daar op kunst en literatuur te focussen. Kort daarna, in 1921, knipt ze haar haren kort en verandert ze haar voornaam naar het genderneutrale Marlow. Aan het eind van de jaren twintig vertrekt ze naar Parijs, waar ze kennismaakt met Piet Mondriaan en zich midden in de artistieke kringen van de Franse hoofdstad bevindt. In Parijs ontmoet Moss de Nederlandse auteur Netty Nijhoff, die haar levensgezel wordt. Samen brengen ze veel tijd door in Parijs, Normandië en Zeeland. In 1940 moet Moss, van Joodse komaf, vluchten. Ze keert terug naar Cornwall, waar ze woont en werkt tot haar overlijden in 1958. Door Moss’ band met Nederland bevinden er zich vandaag de dag veel werken van Moss in Nederlandse museumcollecties, waaronder drie schilderijen in Kunstmuseum Den Haag.