Tegenover Het Vredespaleis, de plek in Den Haag waar vrede centraal staat, staat het Haags Herdenkingsmonument 1940-1945. Het herinnert de inwoners van Den Haag aan de bijna 20.000 stadsgenoten die tijdens de bezettingsjaren door oorlogsgeweld zijn omgekomen.
Haagse oorlogsslachtoffers
Onder alle groepen van de Haagse samenleving zijn ten tijde van de oorlog slachtoffers gevallen. Los van de Joodse gemeenschap zijn er ongeveer 800 Hagenaren om het leven gekomen door oorlogsgeweld. Hiervan vielen er al zo’n 200 slachtoffers tijdens de meidagen van de oorlog en nog eens 520 slachtoffers door het Bezuidenhoutbombardement op 3 mei 1945. Daarnaast vielen er ongeveer 500 Hagenaren in het verzet. Tijdens de hongerwinter van 1945 vielen er in Den Haag ruim 2.100 slachtoffers.
Joodse gemeenschap
Voor de Tweede Wereldoorlog had Den Haag de op één na grootste Joodse gemeenschap van Nederland. Eén op de dertig Hagenaren was van joodse afkomst. Bij het uitbreken van de oorlog kende Den Haag een joodse gemeenschap van meer dan 17.000 mannen, vrouwen en kinderen. Tussen september 1942 en mei 1943 werd het merendeel van de Haagse joden afgevoerd naar concentratiekampen. Ca 12.000 Haagse joden zijn omgebracht tijdens de oorlog.
Monument
Het monument is op initiatief van oud-verzetsmensen gemaakt door de Joodse beeldhouwer Appie Drielsma. Als jongetje had hij de oorlog overleefd door onder te duiken. Deze traumatische ervaring gebruikte hij later veelvuldig in zijn werk. Het monument is opgebouwd uit vier zuilen. Deze zuilen symboliseren de vier groepen in de samenleving ten tijde van de Tweede Wereldoorlog: neutraal, rooms-katholiek, protestants en joods.
Steen met tekst tegenover het monument
“Als Hofstad en regeringszetel was Den Haag al op 10 mei 1940, de eerste dag van de verraderlijke overval op Nederland, het doelwit van aanvallen vanuit de lucht. De eerste verwoestingen vonden plaats en de eerste slachtoffers vielen. Ten gevolge van de oorlog en de bezetting zouden tussen mei 1940 en de bevrijding in mei 1945 bijna twintigduizend van onze stadsgenoten het leven verliezen als soldaat, als verzetsstrijder, als gedeporteerde, als dwangarbeider, als gevangene in tuchthuis of concentratiekamp, als slachtoffer van bombardementen en van de laatste hongerwinter en bovenal als vervolgde omwille van ras en geloof. Onder de laatsten ruim zestienduizend Joodse medeburgers die de vernietigingskampen niet overleefden. Dit monument wil allen zonder onderscheid gedenken die de waanideeën waaruit het nationaal-socialisme is voortgekomen met hun leven hebben moeten bekopen. Het roept in stilte op tot waakzaamheid tegen de drijfveren in het menselijke gemoed die zulke waanideeën kunnen voeden en tot zulke mensonterende politieke systemen kunnen leiden. In die zin wil het een teken zijn voor de komende generaties.”
Tekst op het monument
“Die tyranny verdrijven – 1940 – moge hun ziel gebonden worden in de bundel der levenden – laat u niet overwinnen door het kwade maar overwin het kwade door het goede – die mij mijn hert doorwondt, 1945”